Maandag 4 september 2017 (2)
Het is inmiddels 13:15 uur en we
hebben nog niet gegeten. Na het uitgebreide ontbijt hebben we immers nog geen
honger en misschien zien we later deze namiddag nog wel ergens de kans voor een
koffie met gebak. We moeten nu nog maar een 180 kilometer rijden naar Fleurville, onze bestemming voor
vandaag. De route loopt via Bourg-en-Bresse
en Mâcon, gedeeltelijk over autostrades,
en alles verloopt vlot. Om 15:30 uur staan we al aan ons hotel: het Château de Fleurville in het
gelijknamige dorpje. Het hotel is een mooi kasteel omgeven door een bescheiden
parktuin. Het geheel is echt à la
Française, d.w.z. dat je niet te nauw mag kijken. We bevinden ons in de Bourgogne, dus middenin de wijnstreek. Het
volgende dorpje is Viré. Onlangs
leerden we de Viré-Clessé kennen als
een uitstekende wijn. Het is een witte wijn en de recentst erkende AOC van de Bourgogne, pas in 1999 toegekend. Daarvan
willen we er wel enkele flessen mee naar huis nemen. We checken snel in en
vertrekken meteen naar Viré op zoek
naar een wijnboer. Volgens de baas van het hotel zal dat niet lukken want alle
boeren zijn momenteel druk bezig met de druivenoogst. Het is dus volgens hem
beter om naar de winkel van de Cave
Coopérative te gaan. Viré is een
zeer rustig en charmant dorpje. Rondom zijn de heuvels helemaal bedekt met
wijngaarden.
Van de drukke vendange is
eigenlijk niets te merken. Alle wijngaarden liggen er verlaten bij. De druiven
lijken trouwens al grotendeels geplukt. We komen terecht bij “Le Virolys” van de familie Gondand, père et fils. Het is de zoon
die ons ontvangt. Enthousiast vertelt hij over de geschiedenis van het bedrijf
en hun productiemethodes. Hij is de zevende generatie en hij werkt als
zelfstandig wijnbouwer nadat zijn vader zich heeft teruggetrokken uit de
coöperatieve. Hun wijn wordt gemaakt van 100% chardonnay en rijpt gedurende
minstens 24 maanden op nieuwe houten vaten. Hij laat ons een vijftal wijnen
proeven (met uitspuwen natuurlijk…) en we kopen 6 flessen Viré-Clessé. Dit is de witte bourgogne met hout- en botersmaak die
wij altijd zo graag dronken. Voor die zonder hout zoeken we verder en komen
terecht bij Jean-Marie Chaland.
Op de
binnenkoer van het domein zit de familie samen met de plukkers aan een grote
tafel taart te eten met een grote fles rosé schuimwijn. De oma laat ons toch
binnen en laat ons haar wijnen uitgebreid proeven. Ze is zeer joviaal en vriendelijk
en laat ons ook de kelder zien waar de vaten en de flessen liggen opgestapeld
en de vers aangevoerde druiven worden geperst. We kopen opnieuw 6 flessen wijn
en de enthousiaste (commerciële…) oma verkoopt ons ook nog 6 flessen van hun “Perle de Roche”, een rosé wijn méthode
champenoise, “qui est vraiment excellent!”. Achteraf doen we nog een toertje door de
wijngaarden tot bij een oud Romaans kerkje dat vanop een heuvel waakt over de
weidse vallei van de Sâone. En dan
keren we terug naar het hotel.
’s Avonds zijn we op één ander
koppel na, alleen in het restaurant van het kasteel. Het is onze laatste avond
van de reis en we hopen op een lekker afscheidsmaal. We kiezen voor het menu
van 49 € en we krijgen stuk voor stuk lekkere gerechten, een tamelijk
gesofistikeerde keuken maar alles is correct klaargemaakt en met respect voor
de smaken. Eerst krijgen we coquilles met
kreeftensaus en spinazie en daarna Bourgondische
kipfilet met getruffeerde aardappelpuree
en diverse groenten. Als dessert komt er een tatintaart met exotisch fruit. Toevallig is de wijn exact dezelfde
die we deze namiddag bij Jean-Marie Chaland
gekocht hebben. Wij betaalden 13 €, zij rekenen 49 €! Het valt ons trouwens
altijd op hoe duur de wijn is in de Franse restaurants. Hoe dan ook we hebben
lekker gegeten en dit menu was een waardige afsluiter van de reis.