Zaterdag 26 augustus 2017 (1)
De hemel is grijs wanneer we
vertrekken en het is tamelijk frisjes. Het is 6 uur in de ochtend en ondanks
het weekend is het toch tamelijk druk op de autosnelweg naar Brussel.
Het gaat echter vlot vooruit. Vanaf Namur
komen we stilaan in vakantiemodus. Lichte nevelslierten tussen de donkere
dennenbomen en in de brede dalen zorgen voor mooie poëtische beelden. Het lange stuk tussen Namur en Arlon (dat
blijkt langer dan tussen Gent en Namur) is wat saai maar hier wordt het
verkeer veel rustiger. In Luxemburg
wordt het heel even écht mistig maar de zon slaagt erin om al gauw door de
wolken heen te prikken. Om 9:15 uur, even vòòr Metz, is het tijd voor een korte stop. We hebben al 3 uren gereden en 320 kilometer
op de teller. De zon schijnt nu volop en we noteren al 25°C. Even een plasje en
de benen strekken en terug op pad. Tussen Avesnes
en Molsheim verlaten we de snelweg en
zo krijgen we nog een stukje Elzas te
zien; niet het mooiste stukje maar toch voldoende om enkele goede herinneringen
aan vroegere bezoeken terug op te roepen:
talloze borden “Foie Gras”, hier en daar een wijngaard en af en toe
zelfs een ooievaar. Even verder rijden we terug de snelweg op richting Colmar en bereiken tegen de middag de
afrit Ribeauvillé. Nu hebben we al
550 kilometer afgelegd dus we hebben al de tijd voor een rustige lunch.
Ribeauvillé is een typisch Elzasser stadje:
vakwerkgevels in alle kleuren, uitbundig bloeiende bloembakken, winkeltjes met
streekproducten: gebak, wijn, aardewerk, typische Elzasser kledij, enz. Zeer
veel kitsch. Ondanks de toeristische drukte vinden we toch nog een
parkeerplaats op een pleintje in het centrum. Het is zeer warm, bij de 30°
schat ik. In de lange hoofdstraat is er
zeer veel volk en alle terrasjes zitten vol. Helemaal op het einde van de
straat vinden we nog plaats op het terras van de binnenkoer van restaurant “Au Cerf” dat er tamelijk aantrekkelijk
uitziet. We zoeken geen uitgebreide
lunch want we hopen vanavond lekker te eten in ons hotel in Zwitserland. Beiden
kiezen we voor een eenvoudige Tarte
Flambée of Flammkuche, een
traditioneel streekgerecht, met fromage blanc, room, uien en spekblokjes.
Eigenlijk is dit een soort pizza: zeer dun en krokant, echte boerenkost maar
best wel lekker, al denk ik dat er betere adresjes voor te vinden zijn… Toch
ben ik blij deze Franse gastronomische specialiteit ook eens gegeten te hebben.
Vooraleer verder te trekken, kopen we in een patisserie nog enkele heerlijke
zandkoekjes voor onderweg.