Dinsdag 16 Juli 2002
Het eerste wat ik doe als ik wakker word, is controleren hoe het met mijn videocamera gesteld is. Hij weigert nog steeds alle dienst en ik verzoen er mij mee dat de rest
van de reis niet op video zal komen. Tóch neem ik hem mee, je moet blijven hopen. Terecht zal blijken. Vandaag trekken we een hele dag uit voor Siracusa, de stad van o.a. Archimedes. Het is een oude stad die heden ten dage nog slechts 120.000 inwoners telt, maar op zijn hoogtepunt in de 4e eeuw vóór Christus meer dan een miljoen. Toen was het dé metropool van Groot-Griekenland. Ortigia of het oude stadscentrum ligt op een eiland dat al sinds 2.500 jaar door een brug met het vasteland verbonden is. We komen in een wirwar van kleine straatjes met schitterende, grotendeels vervallen paleizen en met zeer weelderig versierde balkons. Bij mijn eerste poging om te filmen,
blijkt er met mijn camera helemaal niets meer aan de hand. Het zal dus wel degelijk condens geweest zijn en alle zorg is voor niets geweest. Al vroeg stuiten we op de levendige markt, die al bijna zo mooi is als die van Catania. Ook hier ontdekken we weer andere dingen: zee-egels, reuzenmosselen van wel 30-40 centimeter , tonnini of kleine tonijntjes en natuurlijk ook hier weer prachtige types zowel aan de ene als aan de andere kant van de kraampjes. Er zijn veel oude vrouwtjes bij maar ook veel oude mannen. Alle soorten vissen liggen door elkaar uitgestald en de klanten pikken er hun keuze uit, leggen ze in een korfje en laten ze dan wegen. Op de fruitmarkt kopen we elk een perfect rijpe, sappige perzik die we ter plaatse verorberen onder de geamuseerde en goedkeurende blik van een voorbijganger.
Het meest overweldigende is de Piazza Duomo, eindelijk een groot verkeersvrij plein dat rondom is afgeboord met mooie historische gebouwen, zoals ik er in Sicilië veel meer had verwacht. De duomo zelf heeft een zeer barokke buitengevel, maar is binnenin zeer sober. Hij verbergt namelijk een heuse Griekse tempel waarrond de kerk werd gebouwd en waarvan de kolossale zuilen nog te zien zijn. Daarna slenteren we wat door het centrum en komen langs de Aretusa-bron, de enige plek in Europa waar nog papyrus groeit.
Hier is zelfs een (zeer kleinschalige) papierproductie. Even verder bezoeken we de Galleria Regionale in het mooie Palazzo Bellomo waar we kennis maken met o.a. prachtig werk van de meest bekende Siciliaanse schilder uit de 15e eeuw Antonello da Messina. Ook de naam Guglielmo Borremans valt ons op. Zou het kunnen dat hij van Vlaamse origine was? 's Middags vinden we in het centrumLa Foglia , een typisch Siciliaans restaurantje. Het interieur is (een beetje geforceerd) rustiek ingericht: antieke spulletjes, kantjes, bloemetjes, foto’s, glazen in alle kleuren. Alles moet zo wat de indruk geven van een boerenhuiskamer. In de eerste kamer zit de hele familie te middagmalen. De patroon draagt een strooien hoedje en de jonge dienster een echte boerenschort. Het is allemaal wat overdreven misschien, maar toch zeer leuk. En het eten is ook zeer lekker en echt lokaal. Ze aanvaarden geen betaalkaart en als ik met een 50 eurobiljet betaal, kunnen ze niet teruggeven. Aangezien ik niet genoeg klein geld heb om de 37 euro te passen, is de kokkin verplicht bij de buren 15 euro te gaan lenen en ik ben er uiteindelijk met 35 euro vanaf. Het is zeer heet geworden intussen, althans in de zon. We zoeken dus een schaduwterrasje op de Piazza Duomo en bestellen een ijsje en een grote fles water.
Hier is zelfs een (zeer kleinschalige) papierproductie. Even verder bezoeken we de Galleria Regionale in het mooie Palazzo Bellomo waar we kennis maken met o.a. prachtig werk van de meest bekende Siciliaanse schilder uit de 15e eeuw Antonello da Messina. Ook de naam Guglielmo Borremans valt ons op. Zou het kunnen dat hij van Vlaamse origine was? 's Middags vinden we in het centrum
Om 16 uur nemen we terug de auto en rijden naar het archeologische park Neapolis. We nemen, zoals gewoonlijk, het zekere voor het onzekere en rijden de eerste de beste parking op.
Het is een grote weide en we staan er nagenoeg alleen. Algauw is duidelijk waarom: het kost ons 2 euro en op straat blijkt er gratis plaats in overvloed te zijn. Enfin… Het Grieks Theater, nochtans het grootste overblijvende theater uit de antieke wereld, valt dik tegen en de rest van de site nog meer. Om 17:30 uur zijn we terug in het hotel en genieten nog een uurtje aan het zwembad. Deze avond eten we, gezien de povere ervaring gisterenavond, niet in ons hotel maar we trekken naar Ortigia. De keuze valt op een 2-vorkjesrestaurant uit Michelin: Trattoria Archimede, één deur aan de ene kant van de straat, een tweede aan de andere kant. Voor het antipastibuffet moet je met je bord de straat oversteken en de obers moeten zich constant tussen de avondwandelaars heen wringen en vooral goed opletten voor de moto’s en scooters. We eten in de “veranda in giardino” in open lucht op een mooi ingerichte, smaakvol en stemmig verlichte binnenplaats waar veel volk, voornamelijk Italianen, zitten. Het eten is goed, maar we geloven onze ogen niet als we aan verschillende tafels Italianen van een bordje friet met mayonaise zien snoepen bij het aperitief. Ik bel H en hij vertelt ons dat er in heel Zuid-Europa, Italië incluis, al dagenlang noodweer heerst: regen, storm, overstromingen; alleen op Sicilië is het goed! Zoiets hoort een mens graag en dat maakt de reis nog mooier. Jammer voor al die andere toeristen, maar om eerlijk te zijn, het kan ons weinig schelen! Hier op Sicilië zou zelfs de noodtoestand uitgeroepen zijn wegens waterschaarste. Wij wisten van niets, maar ja, als je geen Italiaans verstaat heeft het geen zin om kranten te lezen of naar radio of tv te luisteren. Ondanks het donker vinden we de weg naar ons hotel zonder moeite terug. Dit is een tamelijk “normale” stad qua structuur en verkeer.
Terug naar 2002 Sicilië OVERZICHT
Terug naar 2002 Sicilië OVERZICHT