Maandag 10 juli 2000 (1)
Het was ons té ver om met de auto helemaal naar Zuid-Italië te reizen, dus dit wordt onze eerste Europese reis per vliegtuig. Het is trouwens van onze vorige Italiëreis in 1998 geleden dat we nog eens per auto op reis zijn geweest. Om kwart vóór zeven al zijn we onderweg naar Zaventem. Er is geen verkeer zodat we al om halfacht in de luchthaven staan. Zwaar bepakt met twee grote koffers, elk een handbagage én de videocamera melden we ons aan de balie. Gelukkig kijkt de Sabena-bediende niet op een kilootje overgewicht en al gauw zijn we ingecheckt en hebben we onze handen vrij. Het gebruikelijke shoppen, rondslenteren en vooral vervelend lang wachten op de vlucht van 11:45 uur, die dan nog 45 minuten vertraging blijkt te hebben. Waarschijnlijk hebben we de wind mee want onderweg halen we 15 minuten in en we zijn uiteindelijk al om 14 uur op Napolitaanse bodem. Binnen het kwartier zitten we in een taxi richting Grand Hotel Santa Lucia aan de Via Parthenope, vlak bij de jachthaven aan het Castello del’Ovo. We krijgen al meteen onze eerste echte, onvervalste Napels-ervaring: onze taxi scheert tegen een duizelingwekkende snelheid weg en slalomt met een onvoorstelbare agressiviteit doorheen het drukke verkeer. We kijken mekaar even in de verschrikte ogen en zeggen geen woord. We houden ons stevig vast en om halfdrie staan we voor ons hotel. We zijn nauwelijks een half uur geleden uit het vliegtuig gestapt! Glimlachend en zo fier als een gieter zegt de chauffeur: “veloce hé?”. We beamen het volmondig, betalen hem en met nog natrillende benen stappen we door de draaideuren van ons hotel.
Het is een prachtig hotel: alles in beige en donkergroen marmer en ingericht met verfijnde Italiaanse smaak. We hebben een kamer op de vijfde verdieping, maar jammer genoeg op de achterkant, zodat we het mooie uitzicht op de jachthaven en de Baai van Napels moeten missen. Het geeft niet, want zo liggen we natuurlijk veel rustiger dan langs de drukke Via Parthenope. Om 15:00 uur zijn we al op weg voor onze eerste verkenning van de stad. We wandelen door de wijk Spacca en langs de Via Santa Lucia en zitten meteen volop in de echte Napolitaanse beelden: oude grote huizen met vervallen gevels en vuile binnenplaatsen met wapperende was; hier en daar kleine winkeltjes en groentenkraampjes; spelende kinderen; huismoeders die boven door het venster de boel in de gaten houden.
De videocamera staat al warm. Het is licht bewolkt, er staat een klein briesje maar de temperatuur is zalig: zo’n 25 graden. We lopen een klein eindje langs de Baai en komen aan de Piazza Plebiscito met het indrukwekkende Palazzo Reale. We beperken ons tot het bewonderen van de buitenkant van het paleis en ondergaan de enorme ruimte van het immense plein. Het bezoek is voor morgen. Door de lange Via Toledo, Napels’ belangrijkste winkelstraat, komen we aan een pleintje met in het midden een hoge barokke marmeren zuil met boven op een groot Mariabeeld: de Giulio dell’ Immaculata. H
ier staat ook de Chiesa del Gesù Nuovo met haar speciale geblokte gevel. Het interieur is rijkelijk en indrukwekkend, maar staat voor een groot gedeelte in de steigers voor herstellingswerken. We brengen een bezoek aan de kerk en het klooster van Santa Chiara met zijn wel zéér merkwaardige binnentuin. Rondom is er een prachtige zuilengalerij met schitterende fresco en in het midden staan tientallen zuilen en rustbanken in keramiektegels waarop bloemen en kleurrijke tafereeltjes afgebeeld staan.
Terug naar 2000 Campania OVERZICHT
Terug naar 2000 Campania OVERZICHT