Vrijdag 19 november 2010
Blijkbaar zijn we nog niet aan het nieuwe uur aangepast: vannacht heb ik wakker gelegen van half drie tot vijf uur maar daarna ben ik toch in slaap gevallen en wanneer om 7 uur de wekker afliep, was ik helemaal niet uitgeslapen! Na het ontbijt bel ik Phill Cross in Ahipara om onze dagtrip van morgen te bevestigen. En dan gaan we nieuwsgierig buiten kijken en… ja hoor, het oude Palace Hotel is volledig weg. Het is niet ingestort, maar uit veiligheidsoverwegingen heeft de burgemeester bevolen het tot op de grond af te breken. We hebben er op onze kamer niets van gehoord… Het is frontpaginanieuws in The New Zealand Herald.
En dan is het zo ver: om 9 uur stipt vertrekken we voor onze rondreis doorheen Nieuw-Zeeland. Gedurende meer dan 4 weken zullen we rondtrekken en de belangrijkste bezienswaardigheden van zowel het Noorder- als het Zuidereiland bezoeken. We beginnen met het Noordereiland. We zijn op het zuidelijk halfrond en dat betekent dat hoe verder we Noordwaarts gaan, hoe warmer het in principe zou moeten worden. Vandaag is het echter vrij fris en wat mistig. In de ochtenddrukte van Auckland sukkelen we even om de A1 autosnelweg te vinden, maar uiteindelijk zitten we toch op het goede spoor noordwaarts over de mooie Harbour Bridge. Het is tamelijk druk op de snelweg die 2 maal 4 rijstroken breed is, maar eenmaal we de voorsteden van Auckland voorbij zijn, is het veel rustiger. Het gaat aan een gezapige 80 à 100 kilometer per uur (harder mag niet) tot Bryndewyn, waar we de snelweg verlaten en de SH12 nemen richting Dargaville.
We rijden door een zacht glooiend en groen landschap met zeer gevarieerde begroeiing. De groene heuvels doen wat aan Engeland denken met hier en daar een haag of een groepje oude bomen. Zeer fotogeniek, maar we hebben noch de tijd, noch de plaats om te stoppen. Een taverne is er niet voor teruggeschrokken om al haar schapen in de wei volledig roze te verven om de aandacht van de voorbijrijdende automobilisten te trekken. Absurd en niet verantwoord, maar het trekt wel degelijk de aandacht… Verder worden de heuvels wat hoger en de dalen wat dieper en er duiken hier en daar wat scherpe pieken op met lage wit-bloeiende struiken. Slechts af en toe rijden we door een bos waar de eerste varens opduiken, de meest typerende plant in Nieuw-Zeeland. Om 11 uur houden we een eerste stop in Paparoa bij een typisch village café om er een paar flesjes water in te slaan. We hebben al 150 kilometer afgelegd.
We zijn in Northland en vanaf Dargaville volgen we de route langs de Kauri Coast zonder evenwel de westkust dicht genoeg te benaderen om de zee te zien te krijgen. Het is nog steeds zwaar bewolkt en af en toe valt er wat motregen. Tegen 13 uur bereiken we Waipoua Forest. Weelderig groeien hier de zilvervarens, die de allure hebben van heuse bomen. De kauri-bomen zijn echter zeldzamer. Voor één ervan, de Tane Mahuta, stoppen we even want dit is één van de grootste en oudste bomen ter wereld. Hij is 51 meter hoog en heeft een omtrek van 14 meter. Zijn leeftijd wordt geschat tussen de 1.250 en 2.500 jaar. We moeten een kleine wandeling maken doorheen het varensbos en de boom valt uiteindelijk wat tegen. In Amerika waren we destijds veel meer onder de indruk van de reuzengrote sequoia’s. De hemel is intussen opgeklaard en kleurt helemaal blauw. Meteen stijgt de temperatuur natuurlijk.
Het is 17u15 als we onze eindbestemming van vandaag bereiken: Ahipara. De dagteller staat op 371 kilometer. Zonder problemen, want het dorpje is heel klein, vinden we onze Beachfront B&B waar we vriendelijk worden ontvangen door gastheer Paul. Hij toont ons onze kamer waar we twee nachten zullen doorbrengen: een ruime woonkamer met salon en slaapgedeelte en een kitchenette waar we desgewenst zelf kunnen koken. Alles is voorhanden. Op het terras zit je zo goed als op het strand. Tussen de bebloemde tuin en het brede strand ligt een ondiepe watergeul waar kinderen zich op hun surfplank laten doorheen
trekken door een kleine tractor. Een en ander gaat natuurlijk gepaard met heel wat lawaai wat niet naar de zin is van Paul, die er voor de zoveelste keer de politie voor opbelt. Wij vragen meteen aan onze gastheer waar we vanavond terecht kunnen voor een lekker diner, maar er blijkt in heel Ahipara en directe omgeving geen enkel restaurant te zijn. Hij kan ons evenwel de lokale fish ’n chips bar aanbevelen. Voor vanavond zullen we het daar maar mee doen, maar we hadden toch liever iets meer gehad. Daarom vragen we Paul of zijn echtgenote Jenny morgenavond niet voor ons zou willen koken. Ze doet dat soms wel, maar ze heeft er niet altijd zin in, zegt hij. Hij zal het haar vragen. Dus… naar het frietkot vanavond! Uiteindelijk zullen we het ons niet beklagen. De vis is sappig met een krokant korstje en de frieten doen terugdenken aan het betere Belgische frietkot van vroeger. Uit de koelkast halen we een lekkere fles chardonnay en we eten smakelijk op ons terras op het strand. Het is wel frisjes geworden en we hebben onze fleece nodig. Echt koud is het echter niet. Paul vertelt ons dat het hier het hele jaar door nooit kouder wordt dan 17° en nooit warmer dan 25°. Eigenlijk best ideaal. We zijn nochtans in het uiterste Noorden van het Noordereiland en ik dacht dat het hier veel warmer zou zijn. Het is een aangename avond en we blijven bij een oploskoffie met een koekje nog wat relaxen en naar de zee kijken tot het echt te koud wordt. Om 21u30 kruipen we in bed want morgen wacht ons een dagtocht per 4x4 op de 90 Mile Beach. Ze voorspellen “morning drizzle” en enkele buien in de namiddag.
Terug naar 2009 Nieuw-Zeeland OVERZICHT
Terug naar 2009 Nieuw-Zeeland OVERZICHT