zaterdag 8 november 2014

Alle vuilnis op het dak

Donderdag 14 juli 2005 
Ik heb als een blok geslapen, wel regelmatig eens wakker geweest maar telkens onmiddellijk weer ingedommeld. We worden beiden pas wakker om kwart vóór acht en zijn wonderwel goed uitgeslapen. We hebben het tijdsverschil blijkbaar al overbrugd, zou dat kunnen? De anderen waren in ieder geval al veel vroeger wakker; de meesten hebben maar geslapen tot half vijf . Aan tafel maken we kennis met Paul en Tijs, vader en zoon. Paul is zelfstandig consulent in communicatie maar heeft voordien jarenlang voor BASF gewerkt. Tijs is een pas afgestudeerd industrieel ingenieur, maar hij gaat volgend jaar verder studeren voor burgerlijk ingenieur. Paul had vorig jaar al naar Peru willen komen, maar hij was te laat en is toen naar Guatemala geweest. Hij was meteen verkocht voor Zuid-Amerika en voor ‘Anders dan Anders’. Het ontbijtbuffet is zeer gevarieerd en lekker; het restaurant daarentegen is allesbehalve gezellig en vooral koud. Na het eten benutten we het vrije uurtje om snel eens tot aan de Stille Oceaan te wandelen en om een voorraadje water in te slaan. Iedereen heeft ons op het hart gedrukt dat we vooral veel moeten drinken. We zullen dat dus maar van in het begin doen. 
Om 10 uur stappen we op een moderne dubbeldeksbus en nemen plaats op de eerste rij van de bovenverdieping. Beter kan je niet zitten voor een sightseeingtour doorheen Lima. Wat een uitzicht en natuurlijk de ideale positie om te filmen. Lima is een grote en drukke stad en daarenboven tamelijk jong. In 1930 telde het amper 300.000 inwoners maar de bevolking is in de tweede helft van de twintigste eeuw gegroeid tot maar liefst 9 miljoen. Daar is o.a. de vlucht van de bergbewoners voor het ‘Lichtend Pad’ niet vreemd aan, maar ook de politiek treft schuld: zij lokten met mooie politieke beloften mensen van overal naar de hoofdstad. Ze kwamen echter van een kale reis in de armoede en de sloppenwijken terecht.Karel noemt de regering trouwens “clowns”, die er niets van bakken. Vooral Fujimori, die uitblonk in wanbeheer en fraude en sinds 2000 in ballingschap leeft in Japan, heeft het land in de dieperik gestort. De huidige president Toledo is er evenmin in geslaagd om de economie terug op gang te trekken, zodat er naar het schijnt zeer veel Peru 7Peruanen zijn die willen dat Fujimori terugkomt. Opnieuw vallen de vele kleurrijke autobussen op. Karel vertelt ons dat er niet minder dan 280.000 zijn in Lima en vele ervan zien eruit als oldtimers. Er zijn ook opvallend veel politieagenten: 90.000. Politieagent is overigens een beroep met aanzien in Peru; zij verdienen evenveel als een leraar, namelijk 200 Euro per maand, waar het gemiddelde maandinkomen schommelt tussen 150 en 225 Euro. De stad en de drukke boulevards bieden een kleurrijk spektakel: behalve autobussen zijn er ook zeer veel taxi’s. Fietsen en bromfietsen zijn er nauwelijks, maar het zijn vooral de mensen die het straatbeeld kleuren: eetkarretjes en -kraampjes, kinderen die alle mogelijke koopwaar aanbieden bij de rode verkeerslichten, vrouwen in felgekleurde kledij. Overal zijn rode vlaggen in alle formaten te zien. De voorbereidingen voor de Nationale Feestdag, die over 2 weken gevierd wordt, zijn volop aan gang. Ze zullen ons nagenoeg de hele reis opvallen. In het stadscentrum is een straat afgezet want op de weg ligt een hoop planken, oud ijzer en allerlei rommel. Ik denk onmiddellijk aan een brand, maar Karel legt ons uit wat er precies aan de hand is. De mensen in de stad hebben de gewoonte al hun grof huisvuil en rommel gewoon op hun dak op te stapelen. Eén keer per jaar moet dat dan “geruimd” worden en dan gooien ze gewoon alles naar beneden. Simpel! 
Peru 8
We stappen af in het centrum en staan meteen op de imposante Plaza Mayor, die in 1997 volledig werd opgeknapt. In het midden spuit een vrolijke fontein en rondom staan schitterende koloniale gebouwen met hun typische okergele gevels en prachtige balkons met overvloedig houtsnijwerk. Het meest opvallende gebouw is echter de kathedraal die grotendeels in dezelfde gele kleur is geverfd. We krijgen een uitgebreid bezoek en Karel laat zich Peru 9meteen van zijn beste kant zien. Hij ontpopt zich als een boeiende verteller en we hangen meteen allemaal aan zijn lippen. Zo komen we niet alleen te weten dat Francisco Pizarro, de Spaanse conquistador en stichter van de stad Lima, hier begraven ligt, maar ook dat hier zelfs een geschenk prijkt dat uit Gent afkomstig is, nl. een kist die werd geschonken door Keizer Karel. We luisteren geboeid naar het verhaal van Pizarro’s zoektocht naar El Dorado, de Gouden Stad en de heldhaftige moed en doorzetting die hij aan de dag legde bij de vijf pogingen die hij daarvoor heeft nodig gehad. Maar het verhaal wordt helemaal overschaduwd en ontluisterd door de vele wreedheden die de Spanjaarden in hun zucht naar goud begingen ten aanzien van de vredelievende Inca’s. Geen mooi verhaal en zeker niet in lijn met wat wij in het westen daarover te horen kregen. Karel maakt ook van de gelegenheid gebruik om wat uit te wijden over de zogenaamd diepe godsdienstbeleving van de Peruanen. Hij relativeert die sterk en beweert dat het eerder een naïeve gehechtheid is aan zowel christelijke als heidense rituelen, waaraan vooral de arme bevolking zich vastklampt in de hoop hun lot te doen keren. Zo zijn er in de Incarituelen elementen terug te vinden die verwijzen naar de katholieke eucharistieviering, terwijl er in de Latijns-Amerikaanse katholieke kerk ook wereldse afgoden en symbolen terug te vinden zijn. Als we de kathedraal verlaten, maken we in groep een wandeling door de buurt rond de Plaza Mayor. In een winkelgalerij worden sommigen van ons bestormd door een joelende bende schoolkinderen in keurig uniform, die ons om een handtekening bedelen. Op aanraden van Karel doet iedereen in het postkantoor postzegels in, want die zijn elders naar het schijnt moeilijk te vinden. Ze zijn superduur: 50 Bfr per kaart! We bewonderen verder het Presidentieel Paleis met de presidentiële wacht en vooral het uitbundig versierde Aartsbisschoppelijk Paleis in weelderige Spaanse Barok. 
En dan brengt de bus ons terug naar Miraflores, naar het restaurant “Senioria de Sulco”, volgens Karel één van de beste adressen in Lima. Peru 10
Er wacht ons een overvloedig, kleurrijk en gevarieerd buffet met tientallen aanlokkelijke schotels, koud en warm. De kok geeft ons uitleg bij de lokale specialiteiten en na het aperitief – een heerlijke pisco sour – schuiven we aan. Er zijn téveel specialiteiten om alles te kunnen proeven, ook al neem je maar kleine hapjes, maar de ceviche (rauwe vis gemarineerd in limoensap) valt het meest in de smaak. Daar nemen we dan ook meer dan één hapje van. De groep hangt al vrij goed aan elkaar; iedereen gaat met iedereen om en van kliekjes is er absoluut geen sprake. Na het eten verwijlen we nog even langs de kust in een groot modern winkelcomplex, midden de moderne hoogbouw van Miraflores. Er is een zeer mooie winkel met allerlei ambachtelijke producten en vooral mooi materiaal in alpacawol. We vinden het echter nog veel te vroeg om nu al te kopen; de reis is nog lang en we komen vast nog op goedkopere plaatsen dan de hoofdstad. Ik laat ook een mooi fotoboek over Peru liggen en daar zal ik later nog spijt van hebben.
 
Om 17 uur vertrekken we naar de luchthaven voor onze eerste binnenlandse vlucht. We trekken naar Chiclayo, zo’n 780 kilometer naar het Noorden. Veel keuze hebbenPeru 11we niet, want er is geen treinverbinding, enkel een nachtbus die volgens Karel levensgevaarlijk is. Hij wordt alleen gebruikt door zakenmensen. Er wordt eten geserveerd aan boord net zoals in een vliegtuig en de bus legt de afstand af in amper 9 uur, en dat langs slechte en onverlichte wegen! De vlucht van LAN, de gemeenschappelijke luchtvaart-maatschappij van Argentinië, Peru en Ecuador, verloopt rustig en comfortabel en duurt een klein uurtje. Bij aankomst in Chiclayo is het al donker. Het is 18°C en tamelijk winderig. Het Grand Hotel Chiclayo heeft vier sterren en oogt mooi. Het heeft een casino en een karaokebar maar de accommodatie is toch wel minder luxueus. Vooral de geluidsisolatie laat te wensen over en er is zeer veel lawaai op straat. Er is geen eten voorzien (we kregen een hot snack op het vliegtuig) maar we nemen toch nog een drankje in de bar. Zo leren we weer een paar groepsleden iets beter kennen: Luc en Maria en Henri en AnnemieLuc werkt op de commerciële dienst van Honda in Gent en Maria staat in het onderwijs. Wat Henri precies doet is minder duidelijk, maar hij is ongetwijfeld een zakenman want hij beklaagt er zich over dat hij de Financial Times nergens heeft kunnen vinden en dat hij die dagelijks wenst te lezen. Hij drinkt bier en rookt stinkende sigaren.

Terug naar 2005 Peru OVERZICHT