Vrijdag 25 mei 2007
We kunnen onze ogen bijna niet geloven als we wakker worden: er is geen wolkje aan de lucht en de zon straalt! Als we na het ontbijt buitenkomen is er weliswaar al wat sluierbewolking en is het nog tamelijk fris, maar het ziet er toch naar uit dat we een mooie dag krijgen. We trekken opnieuw richting kathedraal eb maken alle beelden die we gisteren bij grijs weer genomen hebben opnieuw. In de zon ziet de stad er inderdaad veel beter uit, maar hier en daar blijft hij toch wat groezelig. We beginnen in de Iglesia San Gil, een van de oudste kerken van de stad. In een zijkapel is een mis aan de gang en de talrijk opgekomen gelovigen zingen uit volle borst.
Ik film tot de pastoor me terug wijst. Ook wanneer de gelovigen de kerk verlaten en vóór de kerk nog wat staan na te praten, kan ik enkele stemmige sfeerbeelden vastleggen. Bij de Iglesia San Esteban, waar het interessante Museo del Retablo is ondergebracht, hebben we minder geluk: de kerk is gesloten. Hier loopt een steil pad omhoog naar de ruïnes van de vesting van waaruit je een mooi panoramisch uitzicht krijgt op de kathedraal en de stad. C blijft beneden, maar ik doe toch in ijltempo de beklimming. En dan dalen we af voor een uitgebreid bezoek aan de kathedraal. Hier vallen we van de ene verbazing in de andere: overdadig versierde altaren, schitterende zijkapellen met prachtig beeldhouwwerk, een gouden trap, gangen met prachtige glasramen, unieke religieuze kunstvoorwerpen zoals kazuifels, kelken, enz. Wat een luister! Dit overtreft alle kathedralen die ik ooit bezocht heb, ook die van Salamanca en León denk ik. Alhoewel, een mens vergeet gauw en op den duur sla je alles door elkaar. Dat geldt zelfs voor de stadscentra. Burgos heeft echter wel een specifiek karakter met zijn vele gevels in felle pastelkleuren en vaak mooie muurversieringen en grote loggia’s met kleine raampjes. Vooral de Plaza Mayor is bijzonder kleurrijk en al heeft ze weinig indrukwekkende gebouwen, ze behoort toch tot de mooiste van de reis.
We ondervinden al snel dat Burgos niet echt een eetstad is. De weinige restaurantjes die er zijn, lijken me teveel op de toeristen afgestemd. We beslissen dan maar om in Casa Ojeda, volgens de toeristische dienst het meest befaamde restaurant van de stad, een kleine lunch te gaan nemen. We waren eigenlijk van plan om hier vanavond lekker te komen eten, maar waarom eens geen twee keer in hetzelfde? Het huis Ojeda beslaat een gans huizenblok en bevat op de benedenverdieping een groot cafetaria-brasserie, een bar en een delicatessenzaak. Het chique restaurant is op de eerste etage. Voor deze middag houden we het bij de brasserie, waar we gelukkig nog een vrij tafeltje vinden. De zaak zit vol met zakenmensen en habitués. We eten er met veel smaak een zeer verzorgd assortiment van streekspecialiteiten: ham, bloedworst, kalfsvlees en een of andere kroket. Na de middag slenteren we nog wat door de stad om nog wat beelden te schieten. Vooral de Plaza Mayor en de lange paseo’s met hun in elkaar gegroeide kortgesnoeide platanen – je ziet niet meer waar de ene boom eindigt en de andere begint – leveren mooie foto’s op. Nu kan je nog goed tussen de takken doorkijken, maar in de zomer vormen ze
waarschijnlijk een dicht schaduwrijk dak. Om kwart na vier gaan we wat verpozen op onze hotelkamer (dagboek invullen, foto’s downloaden) en om half zes trekken we al opnieuw de stad in, op zoek naar winkels. Die zijn er nauwelijks – beter gezegd, er zijn er geen – zelfs de Corte Inglès is belachelijk klein en wat ze er verkopen is foeilelijk: ouderwets, felle goedkope kleurtjes. Wat een contrast met het rijke San Sebastian en Bilbao! We drinken nog een glaasje op de Plaza Mayor, maar het is toch maar aan de frisse kant; de zon is namelijk weer verdreven door vrij zware wolken. Tegen half acht zijn we terug op onze kamer. Vóór het eten gaan we nog een aperitiefje drinken in de bar van het theater. Net zoals in Segovia komen ook hier vooral groepjes oudere dames iets drinken, maar vooral kletsen en “zien en gezien worden”. Tegen 21 uur gaan we voor de tweede keer vandaag naar Casa Ojedo, maar in het chique restaurant deze keer. En het is écht wel dé luxezaak van Burgos. Het is zeer groot en we zijn er eens te meer de eersten. In de loop van de avond komt er echter stilaan meer volk maar pas tegen 23 uur zit het restaurant helemaal vol. We kiezen nog maar eens voor de cordero lechal al horno de leña, melklam op de houtoven, omdat het waarschijnlijk de laatste keer is op deze reis dat we dit kunnen krijgen. Het is weerom heerlijk! Voor de gelegenheid – noblesse oblige… kiezen we er een Arroyo, Reserva 1999 bij, een betere Ribero del Duero. Het verschil is merkbaar en dus zijn meerprijs waard. We zijn zeer voldaan als we om 23 uur het restaurant verlaten. Het heeft geregend en het druppelt nog een beetje na. We gaan maar gauw naar bed want morgen is een vrij drukke dag.
Terug naar 2007 Noord-Spanje OVERZICHT
Terug naar 2007 Noord-Spanje OVERZICHT