Maandag 7 juli 2003
We worden vroeg gewekt:
kwart vóór zeven en… het regent. Het ontbijtbuffet is mooi en overvloedig. Er
zijn o.a. wafeltjes en zelfs gebakken zeebaars. Maar we krijgen weinig tijd
want we vertrekken al om acht uur voor een bezoek aan Bangkok. We worden
opgehaald door een typische, lange slanke longtail-boot met een grote
lawaaierige buitenboordmotor. De kapitein is bejaard en zijn trouwe hond is
naar verhouding al even oud. We varen eerst door het
industriële havengebied
maar even verder doet de Chao Praya denken aan het Canal Grande in Venetië. Zeker wanneer we de Klongs opvaren – een netwerk van
kanaaltjes waarlangs huizen en allerlei ateliertjes gevestigd zijn – gaat de
gelijkenis met de dogenstad nog meer op maar de sfeer en vooral de huizen zijn natuurlijk
totaal anders. Het contrast tussen het rijke, kunstzinnige Venetië en het
armtierige en volkse Bangkok is zelfs groot. We zijn getuige van talrijke
schilderachtige tafereeltjes: mensen in kleine bootjes, krotwoningen op palen,
vrouwen aan de was, jongemannen die zich in de vuile rivier wassen. Zelfs de
fauna trekt onze aandacht: reigers en een grote varaan op de oever, die eerst
statig voortschrijdend poseert om dan vliegensvlug in het groen weg te duiken.
In het regenseizoen zijn de Klongs niet altijd open. Soms worden de sluizen
dichtgehouden om overstromingen te vermijden.
Als we uitstappen is het
eerste wat we doen een parapluutje kopen. Het kost amper 100 Baht en is van een
speciale stof die niet alleen waterdicht maar ook zonnewerend is. Welk weer het
ook wordt, we zullen er nut van hebben. Het regent wanneer we, via een klein
marktje het Grote Paleis bereiken waar we nagenoeg de hele voormiddag
zullen doorbrengen. Het is dan ook een enorm complex van gebouwen en tempels en
de belangrijkste toeristische trekpleister van de stad én van het land. Zéér
indrukwekkend.
Guido mag hier als buitenlander niet gidsen en wordt nauwkeurig
in de gaten gehouden. Hij doet het tóch af en toe clandestien, maar het is
vooral Khon Tong die de uitleg geeft. Guido vraagt om niet te dralen en hem te
volgen. Er is nadien voldoende gelegenheid om foto's te nemen, maar ik kan er
niet op wachten en begin er meteen op los te filmen. Gelukkig maar, want
achteraf krijgen we slechts 15 minuten 'vrije' fototijd. Veel te weinig voor
een videofanaat als ik. Gelukkig heb ik inmiddels ontdekt dat ik met mijn
camera ook 'stills' of stilstaande foto's kan maken en dat komt hier zeer goed
van pas. Er zijn zóveel kleine hoekjes, beeldjes en allerlei details die ik op
beeld wil vastleggen en op die manier kost het ook minder tijd. Tegen 11 uur is
mijn eerste batterij al op, dus ik zal me voor de rest van de dag toch wat
moeten intomen. Het meest merkwaardige is de Smaragden Boeddha, een
klein beeldje (amper 75 centimeter hoog) in smaragdgroene jade, dat in een
tempel op een berg van gouden altaren en figuurtjes pronkt. Hier mag niet
gefilmd of gefotografeerd worden en zoals overal elders moeten we ons in de
tempels respectvol én deftig gedragen. Dat betekent o.a. altijd de schoenen
uitdoen en nooit gaan zitten met de voeten naar boeddha gericht. Het hele
tempelcomplex is indrukwekkend, maar toch vind ik dat het in al zijn felle
kleuren en glitter iets pretpark-achtigs heeft.
Tegen de middag stappen
we terug in onze boot en leggen aan bij het beroemde Oriental Hotel, dat al
verschillende jaren na elkaar is uitgeroepen tot het 'beste hotel ter wereld'. Maar ja, wat betekent dat en vooral wie
kan dat zeggen? Onze Filip en Mathilde waren hier te gast en volgens sommige
berekeningen zou de kleine Elisabeth hier zelfs verwekt zijn. Wij eten echter
niet in het hotel zelf, maar in het al even luxueuze restaurant Sala Rim Naam aan de overkant van de
rivier. Een luxe-veerboot brengt de hotelgasten heen en weer tussen hotel en
restaurant, een villa in een mooi verzorgde exotische tuin. Het personeel is
prachtig gekleed en overal versieren bloemen op een verfijnde en eerder
discrete manier het rijke interieur. Iedereen moet de schoenen uitdoen en ook
het personeel loopt op kousenvoeten. De bediening is zeer stijlvol oosters en
zeer speciaal. Wij zitten op kussens op de grond met
onze benen in een kuil,
zodat de obers op hun knieën moeten gaan zitten en zich al kruipend verplaatsen
terwijl ze hun grote dienborden achter zich aan slepen. In de toiletten staat
een rij pantoffeltjes klaar zodat je niet met je blote voeten op de nochtans
kraaknette vloer moet lopen. Normaal zouden we hier een schitterend buffet
voorgeschoteld krijgen, maar wegens het weinige volk is dat vandaag niet het
geval. Jammer, maar de gerechtjes die ons worden opgediend wegen er ruim tegen
op. Stuk voor stuk zijn het mooi gepresenteerde bordjes of kommetjes en zelfs
de tandenstokers worden met een bloemetje versierd. We krijgen achtereenvolgens
(of beter tegelijkertijd) een voorgerechtje met krab, een slaatje, een sorbet
van rode vruchten, een groene curry, een pikante soep met scampi's, rijst met groenten
en champignons en als dessert gemengd vers fruit. Een gastronomische belevenis
zoals we wel gehoopt, maar eerlijk gezegd niet verwacht hadden.
Terug naar 2003 Thailand OVERZICHT
Terug naar 2003 Thailand OVERZICHT