Donderdag 13 juli 2000 (1)
Voor het eerst is het ‘s morgens volle blauwe hemel en staat er een stralende zon. We nemen volop de tijd voor een rustig ontbijt en nemen daarna een taxi naar de Piazza Garibaldi waar we onze huurauto gaan oppikken bij Avis. De Alfa Romeo 156 die ik besteld had en waar ik mij zo op verheugde, is er niet. In de plaats daarvan krijgen we de keuze tussen een beschadigde Opel Vectra (gebroken achterlicht) en een Fiat Bravo XS, turbo-diesel. Ik betwijfel sterk dat die auto’s in dezelfde categorie zitten als de Alfa, maar de Avis-man verzekert mij dat dit wel het geval is. Gezien het gebroken achterlicht van de Vectra kiezen we voor de Bravo, op voorwaarde dat de bagageruimte groot genoeg is voor onze twee koffers. Dat lukt en we nemen hem, ook al is hij eveneens beschadigd. Dat is hier immers geen schande, het valt zelfs niet eens op. Het blijkt een prima autootje te zijn: comfortabel, goede airco en niet te groot. En daar zullen we ons later, op de smalle wegen, gelukkig om prijzen. Over de prijscategorie zullen we ons thuis wel bevragen.
We vinden heel makkelijk de autoweg naar Salerno, die we al even snel verlaten in Ercolano, van waaruit we richting Vesuvius rijden. Het is een lange klim met talrijke haarspeldbochten. Aan het Osservatorio denken we dat we er al zijn, maar er is niets of niemand. Even vragen en we worden verder gestuurd naar de parking, die inderdaad vol staat met autocars en auto’s. Hier trekken we onze bergschoenen aan en beginnen aan een lange, moeilijke klimpartij (14%!) naar de krater.