Woensdag 18 september 2013 (1)
Als we opstaan is het licht bewolkt, dus lijkt het alsof het weer toch wat aan het veranderen is. We hebben opnieuw een lange rit voor de boeg, richting Atlantische kust tot in Swakopmund. Aanvankelijk vallen in het landschap de eigenaardige cirkelvormige plekken op. Het is niet duidelijk hoe die gevormd worden maar één van de verklaringen is dat op de plaatsen waar vroeger een termietenheuvel heeft gestaan, de grond zo vergiftigd is dat er niets meer kan op groeien. Af en toe duikt er nog een struisvogel op, een zeldzaam rood hartebees of een kudde graatmagere koeien maar voor de rest oogt alles zeer desolaat. De begroeiing bestaat o.a. uit mopane- en kerriebomen en de shepherd’s tree of witgatboom. We bevinden ons nog steeds in
Damaraland en rijden door de vallei van de Aba-Huabrivier. Wanneer hij op de weg een paardenkar ontwaart die, getrokken door twee paarden, tegen grote vaart en in een grote stofwolk voor ons uit rijdt, laat Marc hen stoppen voor een fotosessie. De twee begeleiders poseren met graagte. Ze zijn duidelijk trots op hun paardenkar, die hier de ‘express’-versie is van de ezelskar. Even verder verandert het landschap en komen er rotsformaties in grillige vormen en enorme ronde blokken. Ook hier houden we een fotostop want het panorama is zeer mooi. Hier groeit de euphorbia damarana of melkbos, een van de giftigste planten in Namibië. De plant kan tot de dood leiden als ze in contact komt met een open wonde en ze wordt gebruikt bij de jacht op wilde dieren. Daarvoor doet men extract van de plant in een drinkput om aldus de dieren te vangen die ervan komen drinken. Op de plaats met de leuke naam Sorris Sorris (sorry, sorry) nemen we de hoofdweg die Khorixas verbindt met Uis. Langs de baan is elke electricteitspaal afgezet met een hoop stenen om de olifanten af te houden. In dit gebied leeft namelijk de woestijnolifant, die een stuk kleiner is dan zijn gewone Afrikaanse soortgenoot. We zijn terug in de Ugab-vallei en komen dicht bij de Brandberg. Bij de rivier stoppen we bij een gemeenschap van Hererovrouwen die er aan weerszijden van de weg stalletjes hebben opgezet waar ze hun handwerk te koop aanbieden: kleurrijke stoffen en popjes, Himbafiguurtjes, giraffenbeeldjes, stenen,… De grootste attractie zijn echter de vrouwen zelf met hun prachtige kleurrijke rokken en eigenaardig hoofddeksel. Felle kleuren hebben de overhand en ze zijn natuurlijk een dankbaar onderwerp voor onze fotografen.
De dames zelf zien er minder vrolijk uit dan hun kledij, misschien ook wel omdat ze aan onze groep niet zo veel verkocht krijgen. Voor AdA is dit een vaste stopplaats en Marc zorgt ervoor dat de vrouwen iets krijgen in ruil voor hun rol als fotomodel. Zijn contactpersoon isAnnette, een iets oudere vrouw die achter een Singernaaimachine zit te werken en wiens been geamputeerd is na een giftige slangenbeet. Wij kopen 3 mooie popjes voor de kleinkinderen. Even verder zit zowaar een hererovrouw, vermomd als Himba. Waartoe het toerisme toch allemaal kan leiden…
De lange rit inspireert Marc natuurlijk tot nieuwe uitleg en verhalen. Om aan te tonen hoe eenzaam en voor de onervaren toerist verraderlijk deze streek wel is, vertelt hij over een Nederlands koppel dat hier met de auto verdwaald was. Ze werden later door een voorbijganger aangetroffen, de man dood achter het stuur en de vrouw uitgeput in de schaduw onder de auto. Ze hadden zich wellicht kunnen redden als ze bv het water uit de radiator hadden gedronken of het reservewiel in brand hadden gestoken om de aandacht te trekken. Een nieuwe poging van Marc om ons te overtuigen om Namibië toch maar met een georganiseerde groepsreis te bezoeken? We rijden door een uitgestrekte kale vlakte met hier en daar een heuvel, geel en zwart gevlekt als de huid van een hyena. Indrukwekkend. Hier leven naast springbokken, klipspringers en ander wild ook heel wat luipaarden. De kans om er zo eentje te zien is echter zeer klein want het zijn schuwe dieren die zich overdag zelden laten zien. Verder komen hier ook de woestijnolifanten in vrij grote aantallen voor. Vorige week nog zou hier een troep van wel 70 olifanten zijn waargenomen.
Terug naar 2013 Namibië OVERZICHT
Terug naar 2013 Namibië OVERZICHT