zaterdag 22 november 2014

Namib-woestijn (1)

Vrijdag 20 september 2013 (1)
Deze morgen worden we om 8 uur opgehaald door 3 auto’s van Tommy’s “Living Desert Tours” voor een tocht per 4x4 in de Namib-woestijn.  Eerst rijden we een 30-tal kilometer buiten Swakopmund om vervolgens de weg te verlaten en de woestijn in te duiken. Wij hebben plaatsgenomen in een Land Rover Defender en onze chauffeur is een stoere bonk met een paardenstaartje. Hij heet Johannes en spreekt, hoe kan het ook anders, Duits. Onze begeleiders kennen de woestijn op hun duimpje en weten precies waar ze wel of niet mogen rijden om de natuur niet te verwoesten. De wielen van de auto’s maken namelijk veel leven kapot en dat heeft als gevolg dat de sporen jarenlang zichtbaar blijven. Er zouden nu zelfs nog sporen te zien zijn van Namibie Carlos 3 793.JPGde ossenwagens die hier bijna 200 jaar geleden voorbijtrokken. Eens we goed in de woestijn doorgedrongen zijn, stopt onze kleine karavaan. Tommy, een kleine pezige zestiger en leider van onze “expeditie”, wil ons hier laten zien hoeveel leven er in deze ogenschijnlijk dode vlakte wel aanwezig is. Hij raapt enkele stukjes korstmos of lychen op, spuit er een klein beetje water over en meteen verandert de doffe grijze kleur in een fel en levendig groen en het plantje wordt op slag zacht en mals. De bodem is hier overal met dergelijke begroeiing bedekt, schier onzichtbaar, maar bij de minste regen verandert het landschap in een groen tapijt. Het is bijna niet te geloven, maar hier komen meer planten voor op één vierkante meter dan in een groen woud.
Namibie Carlos 3 925.JPG
En natuurlijk leven hier ook dieren: slangen, schorpioenen en andere reptielen, allerlei spinnen en kevers en kleine zoogdieren zoals muizen.  Ze kunnen overleven omdat ze van nature zelf water aanmaken. Er is zelfs een muizensoort bekend die het 4 jaar zonder water kan uithouden. De mens is overigens het enige zoogdier dat zelf geen water aanmaakt. Maar ook grotere zoogdieren komen hier voor: gems- en springbokken, jakhalzen, bavianen en natuurlijk de woestijnolifant. Om 10 uur komt er meer en meer blauw in de lucht. We rijden door het maanlandschap en komen bij een plek waar destijds een ossenwagenkaravaan een picknick-stop heeft gehouden. Half bedolven onder het zand liggen de resten ervan, verroeste blikjes en dozen, overal verspreid. 
Namibie Carlos 3 910.JPGDank zij de droogte zijn ze na al die jaren relatief goed bewaard gebleven. We komen verder in een heuse oase, een groene verademing in de desolate droogte. Hier zijn uitheemse eucalyptusbomen aangeplant, die uiteraard voor welkome schaduw zorgen, maar terzelfdertijd ook veel  water opslorpen zodat ze uiteindelijk toch maar gekapt worden. In de kruinen van de mesquitebomen groeit de maretak weelderig. Even verder stoppen we bij een reusachtige welwitschia mirabilis, de oudste plant ter wereld, die alleen maar in Angola en Namibië voorkomt. De achtergrond wordt hier gevormd door zwart gesteente: dolorite, een ijzererts dat klinkt als metaal als je erop klopt. 

Terug naar 2013 Namibië OVERZICHT