Donderdag 11 juni 2015 (2)
Tegen 15 uur trekken we verder richting kust. Ons
hotel ligt een 20 kilometer buiten Òbidos
in een uitgestrekt “Golf & Beach
Resort” aan zee: het Praia d’El Rey Marriott, vijf
sterren. Eerst rij je door een beboste
wijk vol chique villa’s en dan kom je bij een reusachtig complex dat er zeer
Amerikaans uitziet. Binnenin waan je je pas écht in Amerika: een veel te grote
lobby, lange brede gangen met druk en vooral dik vasttapijt, ruime kamers. In
de gang hangt een storende sterke geur van kuisproducten. Het personeel aan de
receptie is geforceerd vriendelijk en zelfs opdringerig. Ze zùllen mijn bagage
dragen ook al wil ik dat niet. Op onze reizen in de States hadden we dit soort hotels wel meer en daar had ik er geen
probleem mee, maar hier klopt het niet echt. Alles voelt koud en onpersoonlijk
aan en vooral veel te groot en te leeg. Dat laatste wordt wellicht nog in de
hand gewerkt door het koude weer waardoor de immense terrassen er helemaal
verlaten bij liggen en niets uitnodigt om tot op het nabijgelegen strand te
wandelen.
Om 16:15 uur nemen we de auto om naar het 15
kilometer verder gelegen Peniche te
rijden. Daar willen we voor vanavond een restaurant vinden. Onderweg stoppen we
bij prachtige rotskusten waar diep onder ons de branding bruisend tegen de
grillige rotsen opspat. Er zijn zelfs heuse “pancake rocks” zoals we ze in Nieuw-Zeeland zagen. Vissers zijn tot op
een smalle riggel afgedaald langs de hoge en steile rotswand om van daaruit hun
hengel uit te gooien. We rijden door tot aan de vuurtoren waar zich restaurant Nau dos Corvos bevindt dat door Caractère zeer sterk wordt aanbevolen
omwille van zijn heerlijke visgerechten. We reserveren er meteen een tafeltje
tegen 19:30 uur en hebben dus vooraf nog een paar uurtjes dood te maken. Met de
auto rijden we richting haven. We verwachten een klein sympathiek
vissershaventje vol bedrijvigheid zoals we dat kennen van Italië bv, maar dat blijkt er niet te zijn. Alleen een eerder
groezelige haven die er tamelijk desolaat bij ligt met als opvallende
uitschieter de forteza, een
indrukwekkende versterkte citadel. De zon is er intussen door gekomen maar op
dit uur van de dag geeft ze al niet veel warmte meer. Op het terras van een
eenvoudig havencafeetje bestellen we een porto en we krijgen elk een klein
glaasje dat tot op de rand gevuld is. Er staat niets anders op dan ‘handen op
de rug en slurpen’…
Eindelijk is het tijd om af te zakken naar
restaurant Nau dos Corvos. We hebben vroeg gereserveerd om nog vòòr donker
de smalle terugweg naar het hotel te kunnen maken. Er zit dan ook nog bijna
niemand in de
mooie eetzaal met schitterend uitzicht over de zee. Wij krijgen
een mooi plaatsje aan het venster van waaruit we zeer goed de ondergang van de
zon zullen kunnen volgen… en fotograferen. We kiezen voor de “Caldeirada”, een plaatselijke
specialiteit. Het is een stoofpot van de vissen van de dag met aardappel, ui en
paprika. In een grote kookpot zwemmen grote stukken rog, zeeduivel, een rode
vis, garnalen en schelpjes. Het is een enorme portie.
"Caldeirada" |
De vriendelijke en
enthousiaste dienster schept ons elk drie keer een bord vol en de pot is nog
steeds verre van leeg. Maar we moeten het noodgedwongen hier bij laten. Het was
zéér lekker, beter zelfs dan we hadden durven hopen. Ik denk dat dit in zijn
versheid en eenvoud één van de beste visgerechten was die we ooit gegeten
hebben. We moeten het jammer genoeg houden bij één enkel glas wijn want de
terugweg is lang en smal en het is intussen tòch al donker aan het worden. We
zijn terug bij het hotel om 21:15 uur en om de avond mooi af te ronden drinken
we nog iets in de lounge. Het is er vrij druk maar ongezellig.